Willem Snickerieme

Willem van Duvenvoorde: 1290-1353

Willem van Duvenvoorde, de Bill Gates van de Middeleeuwen. Op zijn achttiende straatarm, Willem_van_Duivenvoordegestorven als een van de rijkste mannen van zijn tijd. Als er in de veertiende eeuw intelligentietesten hadden bestaan, had Willem een opzienbarend hoge score gekregen.

Snickerieme noemde men Willem van Duvenvoorde, wat roeispaan betekent. Die bijnaam beviel hem slecht. Hij zag het niet als een eretitel voor de bastaard die een slimme diplomaat, een intelligente strateeg, een geslepen politicus en een bekwame bankier bleek te zijn. Na de uitzonderlijke legitimatie door de keizer van het heilige Rooms-Duitse rijk durfde men hem niet langer bij zijn bijnaam aan te spreken. Hij verdiende respect, want welke bastaard lukte het om zijn bastaarddom kwijt te raken? Wat hij de keizer betaald heeft, is niet in de geschiedenis blijven hangen.

Opkomst

Willem van Duvenvoorde werd in 1290 geboren als bastaard van Philips van Duvenvoorde. Philips van Duvenvoorde was een zoon van Jan van Duvenvoorde, stamvader van de tak Polanen van het geslacht Wassenaar.

Een bastaard kon niet erven. Toen zijn vader in 1308 overleed, bleef onze Willem dan ook berooid achter. Hij was knape van de goede graaf Willem III; deze zag wel wat in de jongen. Hij benoemde hem tot zijn kamerling en op zijn vierentwintigste was Willem van Duvenvoorde ook nog eens zijn schatbewaarder. Wie wat van de graaf gedaan wilde krijgen, kon niet om Willem van Duvenvoorde heen. De twee functies samen zijn min of meer te vergelijken met de huidige taak van een minister-president.

De graaf beloonde Willem met goederen en geld. De meeste leenmannen leden verlies op hun goederen en moesten tijdens krijgstochten de tekorten aanvullen. Willem van Duvenvoorde daarentegen beheerde zijn goederen zo bekwaam dat hij er winst uit behaalde en met die winst nieuwe goederen kon kopen.

Hij was een family-man: zo hielp hij zijn halfbroer Jan I van Polanen, zijn halfzuster Christina en zijn nicht Berta van Dorpe. Hij zorgde voor benoemingen van Jan van Polanen en betrok zijn familie in zijn zaken.

Willem van Duvenvoorde had niet alleen goede contacten in het graafschap. Ook in het hertogdom was hij graag gezien. In 1328 sloeg hertog Jan III van Brabant hem in Brussel tot ridder. Niet lang daarna benoemde de hertog hem tot zijn baanderheer.

Modern beheer

Willem was een modern bestuurder. Hij liet zijn goederen centraal beheren vanuit Huize Ten Strijen in Oosterhout, in de schimmige grensstreek tussen graafschap en hertogdom. Huize Ten Strijen was het grootste kasteel dat er in de veertiende eeuw in het graafschap is gebouwd.

Tientallen klerken waren in dit kasteel van Willem aan het werk. Zij stelden onder andere lange lijsten samen van vissers, vissoorten, visgronden en visquota. Leeggeviste wateren leverden immers geen vispacht op. Willem liet strenge controle uitoefenen op het bedijken van het door hem ontgonnen land in het grensgebied tussen het graafschap Holland en het hertogdom Brabant. Wie zich niet aan zijn (strenge) regels hield, kon uit het zich steeds uitbreidende gebied vertrekken.

Dat Willem van Duvenvoorde gelijk had met zijn nauwkeurig toezicht blijkt wel uit de ramp die zich voltrok na het uiteenvallen van het centrale gezag. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten bleef dijkonderhoud achterwege. Hoeksen wezen Kabeljauwen aan om onderhoud te plegen en vice versa, en vervolgens gebeurde er niets. In de nacht van de stormvloed van 19 november 1421 verdronken twee dorpen, door de poreuze dijken kwamen in de maanden daarna nog eens achttien dorpen onder water te staan